Gedoopt in de Grote kerk 14 april 1752, vader Cornelis, van 1742 tot 1770 notaris te 's-Hertogenbosch, moeder Maria Elisabeth Timmer, die 28 april 1780 werd begraven (S 78 en 570 en Hartong blz. 283); in 1770 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B blz. 1102); practiserend advocaat (Bossche Alm. 1796-1810); verzocht in 1794 een paspoort aan de Raad van State om met vrouw en kinderen naar zijn woonplaats Vught terug te keren; hierop werd 18 november afwijzend beschikt (A.R.A. Raad van State 385 besluit 1923); werd door het blok van de Weversplaats bij meerderheid van stemmen aangewezen om bij de verkiezing van de municipaliteit op 4 april 1795 in de Vierschaar van het Stadhuis als stemopnemer te fungeren (Not. d.d. 3 april 1795); van 1798 - 1 october 1802 lid van het Hof van Justitie in het voormalig gewest Bataafs Braband (Bijlage 1e kamer Verteg. Lichaam van 29 maart 1800 en Res. Dep. Bestuur de Dommel van 8 maart 1803 no 4); woonde in april 1802 in de Verwerstraat te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Not. Staatsbew. 24 februari 1803 no 28); verzocht 3 maart 1800 om uit zijn landerijen de moer te mogen doen uithalen, hetgeen werd toegestaan onder de gewone voorwaarden (A.R.A. Wetg. Colleges 549 d.d. 3 maart en 16 en 25 april 1800); verkocht in 1803 een vertrekje en tuintje, grenzende aan de vergaderzaal, aan het Dep. Bestuur van de Dommel (Res. Dep. Bestuur de Dommel van | 577 |
2 augustus 1803 no 50); in 1808 gecommitteerde van de polder de Ham (Kon. Alm.); overleden te Zaltbommel aan een slepende ongesteldheid 26 october 1816 (N.B.S. Zaltbommel en Krantenknipsels C.B.v.G.). | 578 |
Minuutakten. 1742-1770. 11 banden.
N.B. Met indices.
3210. 1742-1744.3211. 1745-1746. 3212. 1747-1748. 3213. 1749. 3214. 1750. 3215. 1751. 3216. 1752-1753. 3217. 1754-1755. 3218. 1756-1758. 3219. 1759-1763. 3220. 1764-1770. |
J.A. ten Cate, De notariële archieven in Noord-Brabant (1957) 152, 464
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 577-578